Nederlandse pensioenfondsen starten overgang nieuwe regels

Financieel adviseur bespreekt nieuwe pensioenregelingen met werknemers in kantooromgeving

Miljoenen werknemers krijgen persoonlijk pensioenpotje vanaf 2026, flexwerkers profiteren

Nederlandse pensioenfondsen beginnen komend jaar met de grootschalige overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Grote fondsen zoals PFZW en StiPP schakelen per 1 januari 2026 over op de nieuwe Wet toekomst pensioenen, waarbij deelnemers een transparant persoonlijk pensioenvermogen opbouwen.

De komende jaren ondergaan alle Nederlandse pensioenregelingen een fundamentele verandering door de invoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle fondsen zijn overgestapt naar het nieuwe systeem, maar veel grote spelers beginnen al eerder.

PFZW, het pensioenfonds voor zorg en welzijn, stapt als een van de eersten over per 1 januari 2026. Ook StiPP, het pensioenfonds voor uitzendkrachten, schakelt dan over naar een ‘eenvormige premieregeling’. Dit betekent dat alle flexkrachten vanaf 18 jaar direct pensioen opbouwen met hogere premies.

Persoonlijk pensioenpotje centraal

De grootste verandering is de introductie van een persoonlijk pensioenvermogen voor iedere deelnemer. Dit transparante ‘pensioenpotje’ laat exact zien hoeveel er is opgebouwd. Het eindresultaat wordt wel afhankelijker van economische ontwikkelingen en beleggingsresultaten, maar er zijn beschermingsmechanismen ingebouwd tegen grote schommelingen.

Volgens PFZW profiteren de meeste deelnemers van de nieuwe regels door een verwacht hoger pensioen en meer inzicht. Voor groepen die nadeel ondervinden, zoals werknemers geboren tussen 1959 en 1995 of arbeidsongeschikten met premievrije opbouw, worden compensatiebedragen toegevoegd aan hun pensioenvermogen.

Indexaties doorgevoerd

Los van de systeemwijziging verhogen pensioenfondsen ook de uitkeringen. Het pensioenfonds van Johnson & Johnson verhoogde per 1 januari 2025 de pensioenen met 3,5% voor actieve deelnemers en 1,4% voor gepensioneerden om koopkrachtverlies te beperken.

Werkgevers en sectoren werken nu hard aan het aanpassen van administraties en communicatieprocessen. De nieuwe regels beogen een stabieler en begrijpelijker pensioen, waarbij vooral jongere werknemers en flexkrachten profiteren van een eerlijkere opbouw vanaf het begin van hun loopbaan.

De pensioenhervorming markeert het begin van een nieuw tijdperk waarin persoonlijk inzicht en flexibiliteit centraal staan. Met de eerste grote overgangen in 2026 wordt duidelijk hoe miljoenen Nederlanders hun pensioen gaan ervaren in het nieuwe stelsel.

Scroll naar boven