Onderzoek toont sterke invloed ouderlijk inkomen op toekomst kinderen in nederland
Nieuw promotieonderzoek met CBS-data onthult dat Nederland kampt met een van de hoogste intergenerationele ongelijkheden in het Westen. Financiële educatie voor kinderen wordt steeds vaker gezien als essentiële hefboom om deze kloof te dichten.
Het inkomen van ouders bepaalt in Nederland in grote mate het latere inkomen van hun kinderen, blijkt uit recent onderzoek gepubliceerd door Flessenpost uit Egmond. Deze ‘intergenerationele ongelijkheid’ is hier sterker dan in veel andere westerse landen, wat heeft geleid tot tientallen nieuwe programma’s op lokaal en landelijk niveau.
De praktijk laat schrijnende voorbeelden zien. Twee tot drie kinderen per brugklas kunnen niet meekomen door armoede, meldt Kinderhulp. Gebrek aan essentiële schoolspullen zoals laptops en rugzakken veroorzaakt niet alleen stress, maar leidt direct tot onderwijsachterstanden.
Organisaties spelen hierop in met gerichte programma’s. Het project ‘Wie groeit, staat niet stil’ richt zich specifiek op jongeren tussen 12 en 17 jaar om hen voor te bereiden op financiële zelfredzaamheid. Lokale overheden, scholen en het bedrijfsleven bundelen steeds vaker de krachten om structurele barrières weg te nemen.
De urgentie is groot. Kinderen zonder adequate financiële kennis of middelen lopen niet alleen leerachterstanden op, maar dragen deze achterstand vaak door naar volgende generaties. Politieke partijen en beleidsmakers erkennen dat investeren in financiële educatie een basisvoorwaarde is voor volwaardig maatschappelijk meedoen.
Met groeiende economische verschillen wordt financiële educatie vanaf jonge leeftijd steeds belangrijker. De maatschappelijke consensus groeit dat deze vaardigheden essentieel zijn voor het doorbreken van de hardnekkige kansenongelijkheid in Nederland.


